Fietselfstedentocht rijden – Een must have op je bucket list

Fietselfstedentocht medaille

De Elfstedentocht is Nederlands Cultureel erfgoed. Maar strenge winters worden voor ons steeds zeldzamer, terwijl dat Elfstedenkruisje toch lonkt op je bucketlist. De Fietselfstedentocht is daarom het perfecte alternatief en geeft ook de officiële erkenning. 235 km is een serieuze afstand, ook voor een getrainde fietser. De Fietselfstedentocht wordt steevast op 2e Pinksterdag verreden. We hebben enkele handige tips zodat jij hem moeiteloos uitrijdt. De Fietselfstedentocht 2022 is de eerste die weer normaal wordt verreden sinds de Corona Pandemie.

Ik, de auteur van deze blog, reed de Fietselfstedentocht al 2 keer uit en ben momenteel in training voor mijn 3e editie. Mijn opgedane ervaringen deel ik dus graag met je.
Wil je de Fietselfstedentocht en de traditionele Elfstedentocht al van jongs af aan onder aandacht brengen, dan is het zelfs mogelijk om de kinderen er al vroeg kennis mee te laten maken. Namelijk met het Elfstedentocht speelkleed.

Elfstedentocht op de fiets

De juiste fiets is de juiste basis voor jouw tocht. Wist je dat je tijdens de tocht ook allemaal mensen op stadsfietsen, tandems, bakfietsen en andere fietsen ziet. De regelgeving schrijft voor dat de Fietselfstedentocht uitgereden dient te worden op een tweewieler die volledig door eigen spierkracht wordt aangedreven. Een ligfiets of tandem is dus prima, maar elektrische ondersteuning is uit den boze. Uiteindelijk halen de meeste mensen op een omafiets het wel, maar waarom zou je het jezelf onnodig moeilijk maken? Kies daarom voor een lichte sportfiets of racefiets. Minder weerstand is minder moeite. Daarnaast is een groot scala aan versnellingen wel zo fijn. Want tijdens elke fietselfstedentocht speelt de wind een belangrijke rol. Ploeteren over dijkjes en door Friesche polders met wind tegen gaat na zoveel kilometers serieus meetellen. Je hebt de wind die dag zeker een paar keer mee, maar ook gegarandeerd een aantal keer tegen.

Fietselfstedentocht GPX route

Het is handig om de Fietselfstedentocht route alvast te kennen. Onderweg staat de route goed aangegeven met gele pijlen, er zijn voldoende verkeersregelaars en je fietst natuurlijk nooit alleen. Maar door de fietselfstedentocht route ook als GPX te hebben laad je hem eenvoudig in je navigatiesysteem in. Zo rijd je nooit verkeerd. De download voor de Fietselfstedentocht GPX vind je hier.

Fietselfstedentocht tips

235 km lijkt een bizarre afstand. Zeker als je aan het trainen bent en na 100 km gesloopt thuis komt. Hoe fiets je die andere 135 km er nog bij? Een terechte vraag en een terechte reden dat het wat onzeker voelt. Je zit dus praktisch de hele dag op de fiets en je moet slim je kracht verdelen. Daar hebben we een paar goede tips voor uit eigen ervaring. Dus zelf toegepast.

Profiteer van een groepje

Zoals we al schreven speelt de wind vaak een belangrijke rol. Uit welke hoek die ook waait. Vroeg of laat krijg je hem tegen. Dan kan het zijn dat je zomaar 50 km of meer achter elkaar wind tegen hebt. De Fietselfstedentocht zelf kent 15.000 inschrijvers. Je fietst dus nooit alleen. Heb je een stuk wind tegen, profiteer dan van de groepjes. Spaar je energie en plak even lekker in het wiel. Het scheelt echt! In Nederland heb je de grootste kans op Zuid-Westerwind. Dat betekent dat je dan vanuit Dokkum tot Bolsward wind tegen hebt. Circa 60 km wind tegen dus. Als je hier investeert in een rustiger tempo pluk je daar in de laatste 100 km de vruchten van.

Psychologisch voordeel van elke stempelpost

235 km is lang, maar niet als je het in stukjes verdeelt. Sowieso moet je bij elke stempelpost een stukje wandelen met de fiets aan de hand.  De stempelpost fungeert als een soort fuik waar je niet doorheen kunt fietsen. Dit verplicht je om even uit de fietshouding te gaan en de rug te strekken. Daarnaast helpt het je automatisch om de tocht in stukjes te knippen. Je doel is gewoon steeds om naar de volgende stempelpost te rijden. De grootste afstand tussen twee van de Friesche elf steden is slechts 42 km. Dat valt ineens reuze mee. Met name in de laatste lus van 100 km volgen de stempelposten elkaar snel op. Dat maakt het echt makkelijker. Ineens is het dus niet één lange tocht, maar 11 kleine tochtjes. Het klinkt nu misschien nog wat ongeloofwaardig, maar op de dag zelf zal je dit ook ervaren.

Train tot 150 km

Je hoeft de 235 km niet al een keer in training te rijden. Wel is het fijn om enkele keren 100+ kilometer tochten te rijden in aanloop naar het evenement. De stap van 0 naar 100 km is namelijk lastiger dan van 100 naar 235 km. Zelf probeer ik in aanloop zo’n vijf tot tien tochten van 100 km te rijden en dan één of twee uitschieters naar 150 km. Dan heb ik echt het gevoel dat ik wat uren in het zadel getraind heb. Want het trainen van zitvlees is minstens zo belangrijk als de conditie en krachtuithouding.

We wensen je veel plezier en succes met de tocht. Laat in de reacties je ervaring achter of deel jouw beste tips.

 

 

Aanbevolen artikelen